Het is zaterdagmiddag. Ik hoor mezelf zeggen tegen een nieuwe klant:
“Ik verkoop u deze glazen maar op 1 voorwaarde meneer van Meeteren.”
Als reactie vormen de vingers van zijn rechterhand een pistool. De wijsvinger gericht op mij. Zijn ogen hebben pretlichtjes. Meneer van Meeteren (niet zijn echte naam) denkt dat ik een grapje maak. Maar ik ben bloedserieus.
We kennen elkaar nog maar 1.5uur. Het telefoongesprek van de dag ervoor niet meegerekend. Hij komt uit België.
HELEMAAL UIT BELGIË?
Nou, nou. Dat is uiteindelijk een uurtje bij mijn winkel vandaan. Maar je hebt gelijk. Hij rijdt er wel een uurtje over om bij zijn nieuwe opticien te komen.
Hoe hij ons gevonden heeft? Mond-tot-mondreclame. En hij heeft heel vroeger ook nog in de buurt gewoond.
Ons gesprek is ontspannen. Vriendelijk. Met humor. Eerlijk. En recht door zee.
“Bij die vorige opticien stap ik NOOIT meer binnen!
De arrogantie die er vanaf straalt daar!”
Zoals ik al zei, meneer van Meeteren is recht door zee. Die zaterdag vertelde hij veel. Ik luisterde. Stelde vragen. Noteerde wat op papier. Verder hield ik mijn mond.
Een collega opticien val je niet af. Je hoort maar 1 kant van het verhaal. Je kan geen partij trekken. Is ook helemaal niet nodig.
Enige wat nodig is is een goed kijkadvies.
Want lekker kijken doet hij nog steeds niet.
En communicatie. Heel belangrijk. En juist dat werkte niet meer bij zijn vorige aankoop.
Meneer van Meeteren zegt dat ik zijn laatste hoop ben. De laatste in rij van zijn opticiens. Ik voel me bijna gevleid. Bijna.
Die bewuste zaterdagmiddag heb ik een goede reden om een voorwaarde te stellen:
“Ik verkoop u deze glazen maar op 1 voorwaarde meneer van Meeteren:
Wanneer zij niet voldoen aan uw verwachtingen,
wil ik absoluut de kans krijgen het op te lossen.”
Zijn ‘handpistool’ ontspant, zijn ogen glimmen des te meer. Zijn charmante vrouw grijnst op een manier van “zij heeft hem door”. Hij grijpt mijn hand. Schudt er stevig aan. En zegt dan: DEAL!