“Ik heb lekker jouw plek ingepikt.”
Zijn ogen lachen ondeugend naar me.
Met zijn handen op de tafelrand duwt hij zichzelf in het rond.
De oranje kruk van die brillenmevrouw is gewoon té leuk.
Dit vijfjarige mannetje komt een nieuwe bril uitkiezen, want de orthoptist heeft een andere sterkte geadviseerd. Hij is al vaker bij me in de winkel geweest, dus we weten van elkaar dat we van een plagerijtje houden. En door het innemen van mijn plek geeft hij heel subtiel het startsein dat ons spel is begonnen.
Met zijn neus op de spiegel geeft hij haarfijn aan wat hij wel en niet mooi vindt. Het moet een gekleurde bril worden. Leuk! Vrolijk, pittig en een tikkeltje eigenwijs. Dat past bij hem.
Hij kiest een bril die doet denken aan een verkoelende zee op deze tropische dag: koningsblauw met een randje turquoise.
Daarna mag hij ook nog een zonnebril kiezen en voordat die toezegging gedaan is heeft hij zijn favoriet al zo’n dertien keer op gehad. Geen gekleurde in dit geval, maar donker en vooral heel stoer.
Met zijn zonnebril op en de armen voor de borst gekruist, roept hij goedkeurend naar zijn spiegelbeeld: V E T C O O L ! Hij knikt daarbij nog een paar keer instemmend, alsof hij zeggen wil “dat heb je goed gedaan kerel”.
Nadat ik de bestellingen heb afgerond plaag ik hem lichtjes met zijn goede smaak. Zou het kunnen dat de meisjes in de klas nu verliefd op hem worden? Zijn gezicht betrekt, alsof hij zojuist iets heel smerigs heeft gegeten.
“Verliefd zijn is V I E S ! Dan moet je zoenen. Ieuw!”
Ai, die had ik niet zien aankomen! Nu maar hopen dat zijn klasgenootjes vooral níet verliefd worden op deze prachtige ondeugende ogen met tropische kleuren omrand.